Goju Ryu
Goju ontleent zijn naam aan een oud Chinees boek over martiale kunsten, ‘Bubishi’ genaamd. Goju verwijst naar de samenwerking tussen ‘Go’ (onbuigzaamheid of kracht) en ‘Ju’ (buigzaam of meegaand). Hierin schuilt de essentie van Goju Ryu karate-do.
Kanryo Higashionna (1853-1915)
De oorsprong van Goju Ryu voert ons terug naar een man genaamd Kanryo Higashionna, die leefde van 1853 tot 1915. Hij wordt nog steeds beschouwd als een van de grootste en belangrijkste karate grootmeesters van Okinawa. Hij werd geboren te Nishimura Naha en was de vierde zoon van Kanyo Higashionna. Hoewel Goju ryu zijn naam dankt aan Chojun Miyagi blijkt het zijn leraar, Kanryo Higashionna, te zijn geweest die de feitelijke basis voor de stijl legde.
Uit de periode van Kanryo Higashionna is weinig op schrift gesteld en er zijn dan ook meerdere versies van zijn levensverhaal, waarbij onder andere onzekerheid bestaat over de jaartallen. Gedurende zijn jeugd heeft hij getraind onder leiding van Aragaki Chikudoun Pechin Seisho, maar door zijn sterke verlangen om in China het gongfu rechtstreeks te leren, werd hij door Aragaki Sensei geintroduceerd aan een andere expert in de gevechtskunsten, Kojo Taite genaamd. Door hem en een vriend van de familie, Yoshimura Uden Chomei, vertrok hij uiteindelijk in 1868 naar China.
Het is zeer aannemelijk dat Kanryo Higashionna de trainingspartner werd van een jonge man met de bijnaam ‘Ryuru’, beter bekend als Xie Chongxiang. De bijnaam verkreeg hij door zijn enorme talent voor Gongfu (Wushu). Ofschoon hij een jaar ouder was dan Kanryo Higashionna werd hij, zo de traditie voorschreef, door Higashionna Sensei ‘Ryuruko’, grote of oudere broer genoemd. Ko, als achtervoegsel, betekent zoiets als grote of oudere broer. Xie Chongxiang beoefende het White Crane Gongfu, maar combineerde deze met zijn eigen ondervindingen, daar hij ook bekend was met andere gevechtsstijlen en noemde deze, Whooping Crane. Hij zou later in 1883 in Fuzhou een school openen waar hij Quanfa, in het Japans Kempo, zou onderwijzen. Deze Fukien witte kraanvogelstijl vertoont sterke overeenkomsten met een van de stijlen uit de orthodoxe Fukien Shaolinstijl ‘Ngo Cho Kun’, de vijf vooroudervuist.
Basis
Bij deze stijl(en) wordt als basis nog steeds de kata ‘Saam Chin’ beoefend die qua principe en uitvoering (met open handen) gelijk is aan de kata Sanchin, die de basis vormt van het Goju Ryu. Bovendien is de betekenis van beide kata identiek, namelijk: ‘Drie Gevechten’ of ‘Drie Conflicten’. Daarnaast zijn er ook overeenkomsten met de technieken uit deze kraanvogelstijl. Daarbij kan nog op een etymologische overeenkomst worden gewezen, namelijk Hanshi Gogen Yamaguchi vermeldt in zijn boek ‘Karate, Goju Ryu By The Cat’ de invloed van het Chinese Chugoku. De afzonderlijke lettergrepen kunnen wijzen op het ‘Ngo Cho Kun’ = vergelijk Japans ‘Chun Go Ku ‘. Als overeenkomst met het Wing Chun Gongfu, met name de pushing/sticking-hands methode (Chi Sao), is de trainingsmethode Kakie/Kakete kitae uit het Goju Ryu karate-do. Overeenkomsten met de zuidelijke ‘Tang Lan’ stijl zijn de circulaire blokkeringen, zoals b.v. de mawashi uke.


Ademhaling
Het Tai Chi Chuan besteedt zeer veel aandacht aan een juiste ademhaling, ter begeleiding van bewegingen en ter stimulering van interne organen, hetgeen ook in het Goju ryu karate-do een belangrijke rol speelt bij de ‘Ibuki No Ho’ (training van ademhalingsmethodes). Een ademhalingsmethode die ook ontleend zou kunnen zijn aan het Chigong (Chinees:Chi = Japans:Ki), dit om de vitale (levens-) energie te ontwikkelen die ontspringt vanuit het ‘Seika No Itten’, het centrum van de hara (onderbuik), ook wel ‘Tanden’ genoemd. Of Kanryo Higashionna inderdaad in al de genoemde stijlen les heeft gehad zal wellicht een open vraag blijven, maar gezien zijn langdurig verblijf in China heeft hij daarvoor ruimschoots de tijd gehad. In China is het in de krijgstraditie gebruikelijk geweest om een tweedeling te maken in de harde, ofwel externe stijlen, waar de uiterlijke vorm centraal staat en de zachte, ofwel interne stijlen, waar de ontwikkeling van Chi (Ki) centraal staat. Men spreekt ook wel van buiten school (Boeddhistisch) en van binnen school (Taoistisch), ofwel Wai Chia en Nei Chia. Volgens de bronnen heeft Kanryo Higashionna dus zowel de harde, externe, stijlen als de zachte, interne, stijlen beoefend. In de meest genoemde stijl die hij zou hebben beoefend, de Fukien White Crane, zitten zowel harde als zachte principes. Uit voorafgaande valt dus de tegenstelling hard-zacht (Go-Ju) af te leiden, hetgeen de basis vormt van het Goju Ryu karate-do.
Naha Te
In 1882 keerde Kanryo Higashionna op Okinawa terug en opende een dojo tegenover de Shimbu Sha in Tondo Naha Shi. Al spoedig ontstond er grote belangstelling voor de specifieke stijl die Higashionna Sensei beoefende en die kenmerkend zou worden voor de havenstad Naha. De stijl zou dan ook ‘Naha Te’ worden genoemd, dit ter onderscheiding van ‘Shuri Te’ en ‘Tomari Te’. Shuri en Tomari waren twee plaatsjes dicht in de buurt van Naha.
Centraal in de training stond de beoefening van Sanchin. Door de zware training had hij een bijzonder goede conditie gekregen en was erg gespierd. Zodoende kreeg hij als bijnaam ‘Gyukei’ (als een stier). Als demonstratie van zijn krachtige Sanchin stond hij toe om te proberen om hem uit de Sanchin-stand te duwen of te trekken met behulp van touwen om de enkels, hetgeen altijd zonder succes was. Naha-Te werd een combinatie van het oorspronkelijke Okinawa-Te met de Chinese vormen. Hij veranderde de open-hand Sanchin in een gesloten vuistvorm (een Go-vorm), hetgeen een toenadering tot het door gesloten vuisten gekenmerkte Okinawa-te betekende.
De klassieke kata van het Goju Ryu karate-do met hun duidelijke Chinese invloeden zijn, uitgezonderd kata Tensho, allen door Kanryo Higashionna in zijn programma van het Naha-te opgenomen. De belangrijkste leerlingen van Higashionna Sensei waren, Chohatsu (Juhatsu) Kyoda, Gusukama Tsunetaka, Shiroma Motoda, Kenwa Mabuni (grondlegger Shito Ryu) en als top leerling Chojun Miyagi die in 1902 onder leiding van hem zou gaan trainen. Chojun Miyagi is de grondlegger van het Goju Ryu karate-do.

Chojun Miyagi Sensei (1888-1953)
Chojun Miyagi werd geboren in Naha op 25 april 1888. Miyagi Sensei begon zijn studie in karate op 11 jarige leeftijd onder leiding van Kanryo Higashionna Sensei. Onder toezicht van zijn meester trainde hij vele jaren. In mei 1915 vertrok Miyagi Sensei samen met een goede vriend, Gogenki genaamd, naar Fuzhou in China om de leraar van Kanryo Higashionna te zoeken. Ze bleven een jaar,maar de leraar van Higashionna Sensei vonden zij niet. Kort na hun terugkomst vanuit Fuzhou stierf Master Kanryo Higashionna. Miyagi Sensei had tijdens zijn verblijf in China onder verschillende meesters getraind. Zo introduceerde hij de open hand kata ‘Tensho’, welke voor wat betreft standen en functie, gelijk is aan kata ‘Sanchin’. Letterlijk betekent Tensho, draaien, roteren van de handpalm, maar ook de achterkant van de pols wordt gebruikt om te blokkeren en te slaan. Tevens introduceerde hij de kata’s Gekisai Dai Ichi en Gekisai Dai Ni, met als doel om het karate onder jonge schoolkinderen te populariseren.
Miyagi Sensei hechtte grote waarde aan Sanchin-training, hij zei: “Als men Sanchin zijn leven lang zou trainen ,er geen reden zou zijn om nog iets anders te leren”. Hij veranderde de ademhaling in kata Sanchin van snel inademen, snel uitademen naar een langzame diepe inademing, langzame complete uitademing. In 1929 werd tijdens een karate demonstratie in Japan, onder auspiciën van de ‘Dai Nippon Butokukai’, aan Jinan Shinzato (Miyagi’s beste leerling) gevraagd welke stijl hij vertegenwoordigde. Aangezien Miyagi Sensei zelf niet bij deze demonstratie aanwezig kon zijn, werd Shinzato voor een moeilijke keuze geplaatst. Shinzato dacht dat zonder stijlnaam het aanzien van zijn gevechtskunst geschaad zou kunnen worden. Bij zijn terugkomst op Okinawa besprak hij dit voorval met Miyagi Sensei. Deze besloot om zijn gevechtskunst een officiële naam te geven, deels om deze zo beter te kunnen verbreiden, maar ook voor een betere samenwerking met andere stijlorganisaties.
Chojun Miyagi Sensei koos voor de naam ‘Goju Ryu’, welke hij afleidde van de acht principes van het traditionele ‘Kenpo Haku’, afkomstig uit een document genaamd “Bubishi”. In 1933 werd de stijl van Chojun Miyagi Sensei officieel geregistreerd als Goju Ryu bij de ‘Japanese Martial Arts Association’ (Dai Nippon Butokukai). Miyagi Sensei heeft veel betekend voor de verbetering van de lesmethodes binnen het karate-do. Hij stond bekend als een man met een warme persoonlijkheid die leefde volgens de principes van de Martial Arts. Master Miyagi overleed te Okinawa op 8 oktober 1953.
Essentie van Goju Ryu
Goju ontleent zijn naam aan een oud Chinees boek over martiale kunsten, ‘Bubishi’ genaamd. Goju verwijst naar de samenwerking tussen ‘Go’ (onbuigzaamheid of kracht) en ‘Ju’ (buigzaam of meegaand). Hierin schuilt de essentie van Goju Ryu karate-do. Twee fundamentele vormen zijn ‘Sanchin’ en ‘Tensho’, welke binnen het systeem Go en Ju vertegenwoordigen. Als je ‘Sanchin’ ziet zul je bemerken dat elke spier in het lichaam is aangespannen, concentratie is optimaal en de vorm straalt tevens gevechts-spirit uit. Dit zijn de karakteristieke kenmerken van ‘Go’. Tensho daarentegen heeft weliswaar dezelfde eigenschappen, maar de concentratie richt zich meer op de langzame roterende bewegingen van de hand, waarin zich dan ook een enorme spanning ontwikkeld, dit is ‘Ju’.
Veranderen van ‘Go’ naar ‘Ju’ en van ‘Ju’ naar ‘Go’ moet op een natuurlijke, ongedwongen manier plaatsvinden. Indien je dit bewegingspatroon afstemt op die van je tegenstander zul je bemerken dat deze overeenkomsten vertoond met de filosofie van ‘Zen’. In de praktijk wil dit zeggen dat wanneer een tegenstander je aanvalt met een krachtige techniek, je deze tegemoet treedt met ‘Ju’, als hij je confronteert met een zwakke aanval, ontmoet hem dan met ‘Go’.
In beide gevallen zul je de kracht van je tegenstander ten eigen voordele benutten en zo overwinnen. Dit uitgangspunt, opgesloten in de ‘Martial Arts’, is duidelijk waarneembaar in zowel ‘Sanchin’ als ‘Tensho’. Ademhaling, lichaam en geest zijn onlosmakend met elkaar verbonden, daarom worden naast de externe (Go) rekkings- en spierversterkende oefeningen, tevens de interne (Ju) geconcentreerde ademhalingstechnieken beoefend, welke vooral dienen ter versterking van de interne organen.

Goju dankt zijn naam dan ook aan de specifieke training van zowel externe (hard) technieken als ook de training van interne (zacht) gezondheid bevorderende trainingsmethoden. Goju Ryu karate-do heeft de intentie een methode c.q. weg (do) te zijn welke een harmonieuze ontwikkeling van lichaam en geest beoogt en bovendien aanzet om moed, zelfvertrouwen, zelfbeheersing, controle en doorzettingsvermogen te cultiveren. Evenals de eeuwigdurende ontwikkeling in het heelal, waarin we de harmonie tussen ‘Go’ (negatief) en ‘Ju’ (positief) terugvinden, zo moet de ontplooiing van Goju Ryu karate-do zich eindeloos voortzetten door continue training van deze gracieuze vechtkunst met als doelstelling, ‘zelfrealisatie’, welke een leven lang leren impliceert.
Voor meer informatie: Goju Ryu karate-do.