In een recent artikel van Jerry Smit over het begrip ‘ma ai’ werd al snel duidelijk dat er vaak veel meer achter zo’n Japans budo begrip zit dan slechts de letterlijk vertaling. Er gaat vaak een wereld van interpretatie achter schuil. In de westerse cultuur wordt graag gewerkt met wat abstractere en liefst ook meetbare gegevens. Dat is ook vaak in ons taalgebruik te zien (‘wees duidelijk’, ‘zeg wat je bedoelt’, ‘definieer dat eens’ e.d.) maar in Oosterse talen, dus ook Japans, kan een woord, laat staan een zin of uitdrukking, veel meer betekenen dat alleen de letterlijke vertaling. Let wel: die vertaling is niet fout op zichzelf, maar er zitten meestal subtiele begrippen of zelfs filosofisch getinte concepten achter. Des te boeiender natuurlijk!

Niet altijd overigens: er zijn natuurlijk ook legio Japanse budo-woorden die gewoon vertalingen zijn van bijvoorbeeld ‘knie’ (hiza), ‘hoofd’ (men), ‘gezicht’ (ganmen), ‘hoog’ (jodan), ‘midden’ (chudan), ‘laag’(gedan), ‘trap’ (geri), ‘stoot’ (tsuki) enz. En tellen in Japans, dat leren wij als karateka best al snel: ichi, ni, san, wat niets anders is dan één twee drie. Het is niet allemaal doorwrocht met dubbele betekenis of beeldspraak.

Maar binnen budo in het algemeen -en dus ook karate do- gebruiken en kennen wij, als karateka’s, veel Japanse begrippen die meer diepgang hebben. Ik noem even (volstrekt willekeurig) woorden als: ma ai, zanshin, fudoshin, mushin en, waar dit artikel verder over gaat, shu ha ri. Al deze voorbeelden kunnen simpel worden vertaald maar kennen een veel diepere betekenis. Dat heeft ook te maken met het gebruik van complexere karaktertekens (‘kanji’). Waar wij een redelijk eenvoudig alfabet gebruiken, kunnen kanji alléén, of in combinatie met andere kanji, complexere dingen betekenen. Dat leer je niet in één les.

Mushin en fudoshin

Tijd, geduld maar ook ‘gevoelsontwikkeling’ (door veel trainen én te lezen) helpen soms die Japanse begrippen beter te doorgronden. Soms wordt je geholpen door de leraar, soms verkrijg je een bepaald inzicht opeens zelf. Met een voorbeeld -anders is dit wat vaag-: ken je het zeldzame gevoel tijdens een zware training dat je zo moe bent dat het moeilijk is geworden je gedachten erbij te houden? Maar dat je als karateka, met je technieken op zichzelf nog wel lekker functioneert? Je werkt meer vanuit reflexen zonder te denken, met een leeg hoofd, maar alles lukt wel. Die gemoedstoestand lijkt dan op het begrip ‘mushin’ of ‘no mind’ (geen geest/gedachte). Je instinctieve reacties nemen over, werken goed, je hindert jezelf niet meer met gedachten en je lijkt in een soort flow te komen. Leeg maar vaardig.

Niet een geestestoestand die je zomaar even oproept. Dat kan je wel proberen maar dan ben je echt wel een paar jaar verder in je budo ontwikkeling. Het is het verschil tussen kennis tot je nemen en kennis begrijpen.

Iets wat daar op lijkt en wat je kan ‘oproepen’ en trainen is ‘fudoshin’ (kalme of rustige geest). Hierbij ben je wel degelijk alert, bestaan er gedachten (bijvoorbeeld over je tegenstander, over wat je wilt gaan doen e.d.) maar je hebt die gedachten onder controle. Je bent rustig en bereid te acteren vanuit controle over lichaam en geest. Kalm en alert.

Shu Ha Ri

Een iets minder bekend begrip is ‘shu ha ri’. Eigenlijk is shu ha ri een soort oosters pedagogisch concept, een klein beetje te vergelijken met het (oude) West Europese gezel > leerling > meester systeem dat in gilden werd toegepast.

In zekere zin bestaat dit leersysteem nog steeds wel, maar steeds minder. Dit laatste concept is eerder ‘lineair’ maar shu ha ri is eerder in laagjes, soms ook concentrisch genoemd. Kort samengevat kan het in budo betekenen dat de leerling zich ontwikkelt, op gelijke voet komt met de leraar en de leraar uiteindelijk voorbij gaat.

Maar er zit meer achter. Westerlingen denken dan al snel, OK, de leerling is beter geworden dan de leraar! Het zou goed kunnen dat de leerling inmiddels hoger kan trappen, harder kan stoten, meer theoretische kennis heeft vergaard en zelfs, uiteindelijk, een hogere dan graad behaalt. Relevant? Ja en nee. Dat is typisch oosters: er bestaat geen helder antwoord. En dat hoeft ook niet.

Waar het uiteindelijk om gaat is dat een leerling zich ontwikkelt. Ontwikkelen is niet alleen maar fysiek en/of technisch beter worden en kennis vergaren. Het is zeker ook zaken laten vallen uit de leraar`s curriculum, en zelf zaken toe te voegen. Dat de leerling een band had met zijn ‘sensei’, nog steeds heeft, en in de toekomst altijd zal blijven hebben. Op een gegeven moment leren ze van elkaar, vullen ze elkaar aan, waarbij ze tegelijkertijd niet per se dezelfde budo boodschap meer hoeven uit te dragen. Door ontwikkeling ‘ánders’ dan elkaar, maar niet verder, harder, sneller of beter dan elkaar. Wat er ook gebeurt: die band tussen leraar en leerling blijft en die is meestal tweezijdig. Dát is ook deel van het shu ha ri concept!

Dat is ontwikkeling en daarmee essentieel voor de groei als mens van de (oorspronkelijke) leerling. En persoonlijke ontwikkeling is niet ‘beter zijn’ dan een ander, maar ‘anders zijn’ dan een ander. Je bent nooit en te nimmer beter dan een ander: dat te denken is mateloos arrogant en binnen budo een foute ontwikkeling. Waar wij westerlingen vooral graag kijken naar feiten, data en (competitieve) verbetering ten opzichte van anderen, of van jezelf, is dat binnen budo voor een oosterling meestal gewoon minder relevant. Dát is een groot verschil in denken. Daarmee zeg ik niet dat ‘westers’ denken, ook niet in budo, slecht is. Integendeel, westerse inzichten zijn ook goed te onderbouwen, waardevol en kunnen goed helpen in de evolutie van onder andere karate. Waar westerlingen veel oosterse ideeën omarmen en waarderen, is dat omgekeerd zeker ook het geval. Het is vaak complementair en niet altijd tegenstrijdig. Dát is evolutie, of je het er nu mee eens bent of niet.

Hopelijk begrijp je nu iets beter wat ‘shu ha ri’ wil zeggen, als je eens er over hoort praten. Ik had ook de drie woordjes (kanji) shu ha en ri kunnen vertalen. Maar die informatie ‘is all over the Internet’: zoek zelf maar op. Met dit stukje probeer ik de lezer wat te prikkelen zélf hier over na te denken en niet slechts ‘copy/paste’ te doen. Want door zelf te denken, léér je pas.

De ukiyo e prent hieronder brengt het mooi in beeld: de leraar wijst je de weg naar de maan maar daarachter ligt nog veel meer terrein: dat moet jezelf gaan onderzoeken.

Schrijver: Curt Haagedoorn

Mijn inspiratiebronnen om dit stuk te schrijven waren:

  • Mijn eigen brein gebruiken (aanrader voor allen)
  • Newsletter ShitoRyu/www.shitokai.com dd 011013
  • “Flashing Steel – Mastering Eishin Ryu Swordsmanship” by Masayuki Shimabukuro and Leonard J. Pellman
  • “The Meaning of Shuhari”. Archived from the original on 19 November 2008. Retrieved 1 June 2006.
  • McCarthy, Patrick, “The World within Karate & Kinjo Hiroshi” in Journal of Asian Martial Arts, V. 3 No. 2, 1994.
  • An Interview with Endô Seishirô Shihan Archived 2011-06-10 at the Wayback Machine Aiki News, Dou, No. 144 (2005). translated by Daniel Nishina and Akiya Hideo
  • Wikipedia dd. 191122
  • Strijdvaardig Leven – In het Spoor van Socrates, Seneca en de Samurai, Pablo M. Lamberti (2021).